Je drinkt elke dag wel een glas water, kijkt elke ochtend wel door het raam naar buiten en draagt misschien ook nog een bril of hebt kinderen die met knikkers spelen. Al deze voorwerpen en nog talloze andere producten zijn gemaakt van glas, een eigenaardig goedje dat de wereld compleet verandert heeft. Want zeg nou eerlijk, kan jij je een wereld zonder glas voorstellen? Juist. De vraag is echter hoe glas nou precies gemaakt wordt.

Glas wordt gemaakt van drie grondstoffen, namelijk kalk, zand en soda. Deze grondstoffen worden verhoudingsgewijs gemengd en vervolgens verhit in onwijs hete ovens die temperaturen tot 2400 graden Celsius kunnen bereiken. Daar wordt de mix langzaamaan vloeibaar door de hitte. Dit vloeibare glas wordt vervolgens in mallen gestopt of traditioneel geblazen door een glasblazer in de gewenste vorm. Mallen worden voornamelijk gebruikt voor standaard glazen, ruiten en andere massaproductie items, terwijl glasblazen een traditie is die vaak nog wordt gebruikt om speciaal glas te produceren met bepaalde vormen.

Ondanks de opvallend simpele basis van glas is het een onwijs sterk goedje. Glas kan namelijk wel breken, maar vergaat niet. Bovendien is glasschade herstellen enorm lastig en is het glas repareren slechts in enkele gevallen mogelijk, waardoor gebruikt glas meestal gebruikt wordt voor nieuw glas. Door oude scherven op te warmen smelt het immers weer, waardoor het hergebruikt kan worden en er een ander voorwerp van gemaakt kan worden.

Het blijft tot op de dag onduidelijk wie precies ontdekt heeft hoe je glas maakt, maar de legende gaat dat zeelieden die in soda handelden gestrand waren op een zandstrand nabij Libanon en hier wilde eten. Zij konden geen stenen vinden om op te koken, dus gebruikte hun soda, de handelswaar, als ondergrond voor het vuur. Door het vuur werd het soda en zand zo heet dat het omsmolt tot glas.